Wat ging er mis? Het is vanochtend zo koud, dat we besluiten om iets later te vertrekken en dus hoogstwaarschijnlijk een kortere trip zullen varen. We lunchen bijtijds en wachten tot we de stuurboord sluis kunnen nemen vanwege de windrichting. In de sluis hebben we een hoop aanspraak met mensen op de kant. Een meisje van Jesse's leeftijd zwaait vrolijk, maar Jesse heeft alleen oog voor zijn auto's. Aan de andere kant staat een echtpaar die mij verwonderd vragen of wij deze grote zeilboot echt maar met zijn tweeën bemannen. We krijgen een en al respect van de omstanders. Na onze ervaring in de Veerse sluis, is iedere sluis toch weer spannend. Gelukkig is Yme een geweldige kapitein en ik luister heel goed als matroos, we zijn al een goed team. Als we alles er weer zonder kleerscheuren vanaf brengen, voel ik me weer trots.
Op zee hijsen we de zeilen. Yme heeft uit voorzorg een rif gezet. De voorspellingen waren erg wisselend. De wind waait lekker en de boot vaart met een knoop of 8 (door het water; 10 over de grond) richting Beachy Head. Een stijle rots, die bekend is vanwege het grote aantal zelfmoorden dat er gepleegd wordt. Ik geef Jesse een fles en breng hem naar bed. Hoe moe hij ook is, hij wil niet slapen. Samen met hem kijk ik naar Beachy Head en dan gaat het mis.
Mijn maag keert zich om, ik krijg het koud en heb hoofdpijn. Ik wankel naar boven en ga in de salon op de bank liggen. Yme geeft mij een emmer, maar die lijk ik toch niet nodig te hebben. We besluiten de taken om te wisselen. Ik ga op de uitkijk en Yme bekommert zich om Jesse. En dan... een emmer vol. Als Yme weer buitenkomt, ruikt hij het gelijk. "Als ik nu op Beachy Head had gestaan, was ik gesprongen", zeg ik om mijn gevoel van onbehagen te bekrachtigen. "Kijk, daar ligt Brighton al", stelt Yme mij gerust. Ik ga onder twee dekens liggen en dommel langzaam in. Ik droom over mooie warme stranden, ruizende palmbomen en helderblauwe wateren. Als ik wakker wordt, zijn we nog maar twintig minuutjes van Brighton vandaan. Zo gauw ik voet aan wal zet, ben ik alles vergeten. Dit was een mooie tocht.
Op zee hijsen we de zeilen. Yme heeft uit voorzorg een rif gezet. De voorspellingen waren erg wisselend. De wind waait lekker en de boot vaart met een knoop of 8 (door het water; 10 over de grond) richting Beachy Head. Een stijle rots, die bekend is vanwege het grote aantal zelfmoorden dat er gepleegd wordt. Ik geef Jesse een fles en breng hem naar bed. Hoe moe hij ook is, hij wil niet slapen. Samen met hem kijk ik naar Beachy Head en dan gaat het mis.
Mijn maag keert zich om, ik krijg het koud en heb hoofdpijn. Ik wankel naar boven en ga in de salon op de bank liggen. Yme geeft mij een emmer, maar die lijk ik toch niet nodig te hebben. We besluiten de taken om te wisselen. Ik ga op de uitkijk en Yme bekommert zich om Jesse. En dan... een emmer vol. Als Yme weer buitenkomt, ruikt hij het gelijk. "Als ik nu op Beachy Head had gestaan, was ik gesprongen", zeg ik om mijn gevoel van onbehagen te bekrachtigen. "Kijk, daar ligt Brighton al", stelt Yme mij gerust. Ik ga onder twee dekens liggen en dommel langzaam in. Ik droom over mooie warme stranden, ruizende palmbomen en helderblauwe wateren. Als ik wakker wordt, zijn we nog maar twintig minuutjes van Brighton vandaan. Zo gauw ik voet aan wal zet, ben ik alles vergeten. Dit was een mooie tocht.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten